Ik heb een vraag voor de paardenfilosofen onder ons.
Eerst even een inleiding. Paarden zijn gewoontedieren. Als mens kun jij je aan het paard aanpassen, het paard kan dat maar tot een bepaalde hoogte aan jou. Je zou dus mogen verwachten, dat jij je aan het paard aanpast en hem dingen laat doen volgens vaste patronen, omdat hij zich daar prettig bij voelt.
Maar nu zegt Hemfling in zijn boek bij een paard dat moeite heeft met opgezadeld worden, dat nadat het paard hem als leider heeft geaccepteerd, hij er opeens helemaal geen moeite meer mee heeft. Het was puur een kwestie van vertrouwen. Bij Parelli is het je doel, dat het paard jou als leider gaat zien. Maar is het dan niet zo, dat het paard als hij je eenmaal vertrouwt helemaal geen moeite meer heeft met het doorbreken van gewoontes?
Om het te verduidelijken nog een voorbeeld: als je de hoeven oppakt, kun je dit in een vaste volgorde doen. Het paard weet dan precies waar hij aan toe is. Je kunt ook de hoeven oppakken in een willekeurige volgorde met de gedachte: het paard vertrouwt je daarbij als leider en heeft dus geen problemen met wat je vraagt.
Ik ben benieuwd hoe jullie hier over denken!
Bladwijzers