Citaat:
Het sluitingsproces van de groeiplaten gebeurt van onder naar boven.
1. De enige groeiplaat die gesloten is bij de geboorte is die van het hoefbeen. Dat betekent om te beginnen al dat dat hoefbeen ook nooit meer groter wordt, alleen dikker rondom (maar dat is een ander groeiproces).
2. Tussen geboorte en zes maanden: kroonbeen, dit is het botje tussen het hoefbeen en het kootbeen.
3. Tussen zes maanden en een jaar: kootbeen
4. Tussen 8 maanden en 1,5 jaar: pijpbeen
5. Tussen 1,5 en 2,5 jaar: voorknie
6. Tussen 2 en 2,5 jaar: radius-ulna, de radius bevindt zich tussen elleboog en voorknie, deze is ook bekend als ‘onderarm’. De ulna is het uitsteeksel van de elleboog.
7. Tussen 2,5 en 3 jaar: ulna/femur, het gedeelte dat het gewicht draagt, bovenaan het radiusbeen, en de tibia. De femur is het dijbeen, welke zich bovenin het achterbeen bevindt, tussen de knie en het zitbeen. De tibia is het scheenbeen, deze bevindt zich tussen de knie en het spronggewricht.
8. Tussen 3 en 3,5 jaar: humerus en de onderkant van de femur. De humerus is de ‘bovenarm’, deze is gelegen direct ‘boven’ het voorbeen, en vormt de verbinding tussen elleboog en schouderblad (schouderpunt).
9. Tussen 3 en 4 jaar begint het bekken te sluiten, te beginnen met de uiteinden van zitbeen, darmbeen en heligbeen. Het darmbeen vormt het einde van de ketting van beenderen van het achterbeen, en is op hoogte van de wervelkolom gelegen. Het heiligbeen ligt tussen de lenden- en staartwervels, en vormt het ‘afhangende’ deel van de achterhand.
10. Tussen 3,5 en 4 jaar: het onderste gedeelte (dat het gewicht draagt) van het schouderblad. Het schouderblad beslaat het hele gebied vanaf aan de schoft tot aan de schouderpunt.
11. ...en de bovenste halswervels.
12. Nu pas, vanaf 4-jarige leeftijd, begint de rest van het achterbeen te sluiten: spronggewricht eerst, dan de groeiplaat tussen fibula en tibia (scheen- en kuitbeen). Niet voor niets was het al in de 18de eeuwse literatuur verboden met jongere paarden te ploegen, door diepe modder te gaan (veldslagen), of te springen.
13. tussen 5,5 en 6,5 jaar: de schedel.
14....en het allerlaatste - de wervelkolom.
Tussen elke van de 32 wervels zitten groeiplaten - de belangrijkste groeiplaten zitten in het midden, om het centrum te overkappen. Die laatste groeiplaten worden ten vroegste gesloten op... 5 1/2 jaar oud. Meer nog: hoe groter je paard is, en hoe langer z'n nek, des te langer duurt het voor de groeiplaten sluiten. Voor een hengst tel je er nóg eens zes maanden bij, en dat brengt ons op een schokkend rekensommetje: een warmbloed ruin van 1.75 schofthoogte is pas volgroeid op z'n 8 jaar. Nog even stilstaan bij die ruggengraat...
Dat die wervelkolom zo laat sluit, is relevant voor ons trainingsschema omwille van drie redenen:
1. Geen enkel ander gewricht heeft 32 groeiplaten.
2. De groeiplaten in alle andere gewrichten liggen min of meer dwars op de richting van het te dragen gewricht - en kunnen dus beter tegen de last van dat gewicht; de groeiplaten van de ruggengraat liggen parallel, mee in de richting van het gewicht. Het is dus niet moeilijk om een paardenrug te verrekken (die groeiplaten te verplaatsen) - veel makkelijker dan de beengewrichten bijvoorbeeld.
3. De allerlaatste groeiplaat is die aan de basis van de hals - vandaar dat je in geen geval de nek van een jong paard mag omtrekken, of er veel teveel spanning opzetten (zoals veel te vroeg in een opgerichte houding rijden of 'm aanbinden zonder hem te leren wat hij moet doen als hij de neiging krijgt om te gaan tegentrekken).
Eén van de standaardreacties die je waarschijnlijk krijgt van ongelovige mensen die "al jààààren in het vak zitten" is: "Hoe kan het dan dat m'n paard op 2 jaar ruim oud genoeg is om te dekken, maar niet oud genoeg om te rijden?" Simpel: omdat skeletrijpheid in zowat elke andere soort gewervelde dieren later is dan sexuele rijpheid. Denk maar aan een menselijke jongen van 14. Daarbij, moest de ongelovige Thomas écht iets weten van paarden fokken, dan zou hij weten dat het sperma van een tweejarige veel minder zaadcellen telt (bovendien van mindere kwaliteit) dan die van een volwassen hengst - zelfs de teelballen bereiken pas hun uiteindelijke grootte op zes jaar.
Enkele conclusies die door experts zijn getrokken n.a.v. deze gegevens (en gegevens uit soortgelijke onderzoeken):
- het is niet verstandig om een paard zwaardere lasten te laten trekken voor het dier 4 jaar is, het léren slepen, daarbij rekening houdend met het te trekken gewicht en de weerstand daarvan, kan vanaf drie jaar.
- het zadelmak maken van een paard (dus puur de gewenning aan het zadel, singel en aanverwante zaken) kan met drie jaar, erop zitten (wegstappen en stoppen, lichte oefeningen) met vier jaar, lichte oefeningen (basishulpen aanleren, ruime wendingen rijden) met vijf jaar, en echt trainen onder het zadel vanaf zes jaar.
- Algemeen bekend is dat het goed is voor de ontwikkeling van de hoeven om het jonge veulen op verschillende ondergronden te laten lopen, dus ook op verharde wegen. Veel draven of zelfs galopperen, alsmede lange tochten over verharde weg kunnen de groeiplaten echter indrukken (of beschadigen als gevolg van klappen of stoten in de groeiplaten), en zijn daarom af te raden op jonge leeftijd.
- Springen (vrijspringen) wordt afgeraden met paarden onder de vier jaar.
- Longeren vormt een grote eenzijdige (en daarmee ongelijke) belasting op de beenderen, cirkelwerk wordt daarom afgeraden voor het dier tussen de drie en drie en een half jaar is. Écht longeren als training kan vanaf vier jaar, bijzetten aan de longe pas op latere leeftijd, aangezien de laatste groeiplaat zich aan de basis van de hals bevindt. Het is dus zaak om deze niet (zwaarder) te belasten voor het paard vijf en een half jaar is.
Er is niet bewezen dat eerder beginnen met een paard slijtage of vergroeiingen meebrengt, het komt wel voor, maar is geen garantie dat het bij ieder paard gebeurt dat vroeger gestart wordt. Wel is het zaak om dergelijke gegevens in ogenschouw te nemen bij begin en opbouw van de training van het jonge paard, voorkomen is altijd nog beter dan genezen, bovendien is botslijtage en vergroeiing niet of nauwelijks te genezen.
Bron: http://users.telenet.be/peter.ryckeb...oudgenoeg.html (met plaatjes)
Bladwijzers